Een weekje in de Loire: Chateau de Chenonceau

Aangezien ik de vorige keer dat ik in de buurt was slechts een glimp van Chateau de Chenonceau heb opgevangen, wilde ik er deze keer graag een bezoek aan brengen. Naast het bijzondere kasteel zelf liggen er nog prachtige kasteeltuinen omheen. 

Toen we binnen waren begonnen we met een bezoek aan de bloementuin. Hier stonden niet alleen bloemen, er werden ook allerlei soorten groenten verbouwd. De bloemen die hier groeien worden gebruikt om het kasteel verse boeketten te voorzien. Langs de paden groeien appelboompjes, die geleid worden als afscheiding tussen ons en de bloemen. Vanuit daar lopen we door naar de 16e-eeuwse boerderij. Het ligt er prachtig bij in het frisse en overdadige groen. In de stallen vinden we een verzameling van rijtuigen, karren en toebehoren door de tijd heen. 

Op de bovenste verdieping is het stil. Er hangt een zoete geur van de verse boeketten op tafel. 

Via een nieuwe tuin (“eerbetoon aan Russell Page”) met een aantal bijzondere en moderne kunstwerken, de Groene Tuin en de tuin van Catherine de Medicis komen we bij het kasteel uit. Eerst nog even een bezoek brengen aan de tuin van Diana de Potiers, want het belooft te gaan regenen.

Vanuit hier hebben we een geweldig zicht op het kasteel en de bijzondere brug over de rivier. En natuurlijk op de tuin van Diana de Potiers met de rechte paden, een fonteintje, bloemen, trappen en vormen in het gras. Daarna betreden we het kasteel.

Binnen lezen we over de geschiedenis van het gebouw. In de twaalfde eeuw werd er als eerst een Middeleeuws kasteel gebouwd, dat in de 16e afgebroken werd om vervolgens opnieuw gebouwd te worden. Alleen de toren en de put bleven staan. 

Ik lees gefascineerd over Koning Henri II, Catherine de’ Medici en Diane de Poitiers. Ondertussen doorlopen de de kamers, het groene kabinet, de bibliotheek met het uitzicht op de rivier de Cher, de kapel en de galerij. Die laatste loopt over de rivier en heeft in verschillende oorlogen een belangrijke rol gespeeld als ziekenhuis en doorgang. 

In de kelder bezoeken we de keukens, die voorzien zijn van een grote hoeveelheid pannen en bakvormen. Erg interessant om te zien. We gaan daarna naar de eerste verdieping via een brede trap met een leuk balkon dat uitkijkt op de gang eronder. De slaapkamers die we bezichtigen zijn prachtig en sfeervol aangekleed. 

We gaan door naar de bovenste verdieping. Het is stil en de zoete geur van het boeket verse bloemen uit de kasteeltuin hangt hier duidelijk aanwezig in de lucht. Er is slechts één kamer toegankelijk en heel anders ingericht dan de andere kamers. Donker en gevuld met rouwattributen. Het blijkt het verhaal te vertellen van Louise van Lotharingen, de “Witte Koningin”. 

We sluiten ons bezoek af met een drankje in de Crêperie. Het valt me op dat de tafels een wel heel bijzondere afscheiding hebben: het zijn de oude paardenstallen met de hooiruiven erboven, echt heel bijzonder! 

Daarna gaan we weer terug naar onze camping. Het begint zachtjes te regenen als we de auto bereiken. Dat is nog eens timing! 

Reacties kunnen niet achtergelaten worden op dit moment.